Twee vragen en een klacht

published Jan 16, 2007, last modified May 23, 2007

In Genesis hoofdstuk 41 vers 53 tot hoofdstuk 42 vers 38 lezen we twee vragen en een klacht, van Jozef, zijn broers, en vader Jakob. Erik spitst dat verhaal toe op ons leven.

Waar komen jullie vandaan? Dat vraagt Jozef in vers 7. Jozef heeft zijn broers herkend, maar zij hem niet, na al die jaren. Zijn gedrag kan op ons rancuneus en bars overkomen, maar dat blijkt niet zo te zijn. Hij is vooral bezig erachter te komen waar zijn broers staan, of ze wat geleerd hebben, veranderd zijn, sinds ze hem hebben verkocht als slaaf. Hij geeft hen kansen om dat te bewijzen. En gelukkig kan hij daar hoop uit putten.

Waarom doet God ons dit aan? Dat vragen de broers in vers 28. Onderling durven ze te praten over wat ze gedaan hebben, durven ze hun zonden te belijden. Het is een eerste stap. Maar er is meer nodig en dat zou nog een poos duren.

Niets blijft me bespaard. Dat is de klacht van vader Jakob. Hij trekt zich alles erg persoonlijk aan, heel egocentrisch. Hij blijft in een slachtofferrol zitten. Daar kunnen we wel wat begrip voor opbrengen, maar hij vormt zo een blokkade voor herstel van zijn leven en geluk en de uitvoering van Gods plan.

Link naar preek

Keywords
preken