Musical Connected
Een aantal leden van mijn kerk hebben het afgelopen weekend twee keer de musical 'Connected' opgevoerd. Dat zette mij aan het denken over de dood.
Als je naar een musical kijkt waarin God een rol speelt en er komt een meisje met een ongeneeslijke ziekte in voor, dan verwacht je dat God haar geneest. Nou, in dit geval dus niet. Haar vrienden zijn het er niet mee eens, maar zij begrijpt dat het zo beter is. God heeft haar manier van omgaan met haar ziekte gebruikt om anderen te inspireren en nu is het genoeg geweest. Ze mag uitrusten bij haar hemelse Vader, zonder pijn. Maar eerst zingt ze nog, ondersteund door haar vrienden, een ontroerend lied, met de volgende tekst:
Soms heb ik geen kracht meer om te vechten; soms heb ik geen kracht om door te gaan. Maar in het diepste van mijn nood, aan het einde van mijn kracht verlicht een lied van hoop de donk're nacht. Ik vertrouw op u, ik vertrouw op u. Leid mij aan uw hand, naar het Vaderland. Ik vertrouw op u.
Ik was ontroerd door de manier waarop zij omging met haar naderende dood. De dood was voor haar een opluchting, een ontsnapping van haar dagelijkse pijn. Tegelijkertijd wist ze zeker dat het voor haar een doorgang was naar het eeuwige leven in "het Vaderland," in de hemel, samen met haar God, omdat ze in hem geloofde. Ze hoefde dus niet bang te zijn en ook niet kwaad op God dat hij haar niet genas.
Ik merk dat God ook kan helpen als je verdriet hebt. Het is vooral dat je beseft dat God bij je is en je troost. De tranen worden er misschien niet minder van, maar het helpt om je verdriet te delen met iemand die je beter kent dan je zelf doet. God kan mensen genezen, wil dat ook en doet dat ook, maar niet altijd, om diverse redenen die wij lang niet altijd begrijpen. Daar valt veel over te discussiëren, wat ik ook gerust wil doen, maar het belangrijkste is dat God je nooit alleen laat met je pijn en verdriet.
Het mooie aan zo'n musical is dat de hele gemeente meeleeft. Sommigen zijn maanden aan het studeren op hun rol, anderen helpen rond de opvoeringen met praktische zaken als koffie en fris schenken, de zaal verbouwen of bidden en weer anderen bekijken een uitvoering en nemen misschien een vriend mee of praten na afloop met gasten en gemeenteleden. Dat schept een band: het is niet meer iets van een kleine groep enthousiastelingen, maar iedereen draagt zijn steentje bij en God vindt dat mooi. Ik trouwens ook.